“Ik zit niet met de handen in het haar, maar de frustratie neemt wel toe”, verzucht Sloetjes, eigenaar van een akkerbouwbedrijf in Halle. Hij wijst naar een perceel waar uien worden verbouwd. “Vorig jaar najaar had het eigenlijk al geoogst moeten worden”, zegt de akkerbouwer. “Maar door de natte winter, het natte voorjaar, en de regen van afgelopen weekend blijft het continue zo nat. Zelfs nu kunnen we nog niet het land op…” Waar normaal het zaaien en poten in volle gang is, of zelfs al bijna afgerond, zit Sloetjes nu gedwongen op zijn handen: “Natuurlijk kan de natuur een hoop herstellen, maar we lopen ontzettend achter. Daardoor zullen de opbrengsten lager zijn.”
Donderdag viel er in korte tijd vijftig millimeter aan regen in de omgeving van Halle. Het Waterschap Rijn en IJssel probeert door het peil in rivieren en beken laag te houden het water af te voeren, maar de organisatie kan maar zoveel. “Het is wel een buitengewoon zorgelijke situatie voor die akkerbouwers”, zegt heemraad Peter Schrijver. “Een heleboel gewassen zijn nog niet gezaaid. De gewassen die wel gezaaid zijn, zoals jonge bietenplantjes, die zijn erg kwetsbaar voor dit soort extreme omstandigheden. Dus er is op sommige plekken helaas veel schade ontstaan.”
Kleinere aardappels?
Met provisorische maatregelen als het graven van greppels probeerde Sloetjes het water van het land te krijgen, zonder succes. Hij waarschuwt nu al voor een slechte oogst en dat kan de consument ook terugzien bij de aardappels die na de zomer in de winkel liggen. “Dat zou best weleens kunnen, sowieso worden ze een stukje kleiner”, zegt de akkerbouwer uit Halle. “Dan zitten we natuurlijk ook nog met een overheid die meent dat we de aardappels op 1 oktober uit de grond moeten hebben. Dat is totaal onhaalbaar. Je kan geen gewas oogsten dat niet oogstrijp is, dus we gaan gewoon over die datum heen.”
Balans bewaken
Voor het Waterschap Rijn en IJssel is het ook een kwestie van de balans bewaken, want de organisatie moet zich ook in een nat voorjaar voorbereiden op een ander weersextreem: droogte. “Dat hebben we vorig jaar gezien, toen hadden we ook een nat voorjaar en was de maand juni ontzettend droog”, herinnert Schrijver. “We zullen echt wel zoveel mogelijk water vasthouden, maar het is de balans opzoeken met elkaar. Om het water op tijd af te voeren, zodat de overlast niet te extreem wordt.”
‘Hoop doet leven’
Wat rest voor Sloetjes en andere boeren is wachten tot de gronden opdrogen, en hopen dat zijn gewassen alsnog flink gaan groeien. Want dat is ook voor de portemonnee van de boer van belang. “Afgelopen jaar heeft heel veel geld gekost”, zegt de akkerbouwer, die aangeeft 'tonnen' aan schade te hebben. Hij hoopt op een paar droge weken: “En hoop doet leven!”
Dit bericht is tot stand gekomen in samenwerking met de lokale omroep Ideaal