“Vijfentwintig jaar geleden zijn er een paar jongens begonnen met knallen, aan de andere kant van Halle”, zegt carbidschieter Freddie Berendsen. “Ik doe nu zelf zo’n vijftien jaar mee met mijn eigen creatie.” Waar er vroeger een vlam nodig, worden de melkbussen tegenwoordig steeds meer uitgerust met een opstandbestuurbaar ontstekingsmechanisme. “Het zijn twee gasflessen, met een beugel aan elkaar gelast. Ze zijn negentig liter, iets groter dan een melkbus, daardoor knalt hij ook wat mooier. Ik heb er bougies in gemaakt, met een schrikdraadapparaat.”
Berendsen kan hierdoor het kanon op afstand af laten gaan. “Opzich veilig, netjes en mooi.” Volgens de carbidschieter is de combinatie van techniek en gezelligheid de hoofdreden waarom carbid nog altijd populair is.
Twaalf uur
Wanneer men uitgeschoten is, kan het echte feest bij het Knalbal beginnen. “De magie is de gezelligheid, biertje erbij en lekker ouwehoeren. Als mensen klaar zijn met knallen dan raakt de tent vol, dan begint het pas. Dan gaan we door tot een uur of negen, dan moet je maar zien of je twaalf uur haalt. Meestal wel, maar het wordt geen drie uur.”
Dit bericht is tot stand gekomen in samenwerking met de lokale omroep Ideaal