“Het is echt een groot probleem voor de biodiversiteit. De Nederlandse natuur is niet ingericht op die hoornaar”, zegt bijenhouder Jan Spronk. “Zo’n hoornaarnest heeft rond de tien kilo aan insecten per dag nodig om te overleven.” Die insecten die gegeten worden kunnen bijvoorbeeld ook de bijen van Spronk zijn. “Vorig jaar zag ik hoornaars voor de kast zweven, als ze er eenmaal inzitten ben ik te laat. Ik controleer daarom ook regelmatig rond de kast”, aldus de imker.
Dat traceren gaat volgens een vaste werkwijze. Om te beginnen met traceren doet Spronk een oproep aan de inwoners van Oude IJsselstreek. Als mensen een hoornaar waarnemen, maak dan een foto en stuur hem op naar de gemeente. Dan komen de imkers in actie. “We markeren de hoornaar en kijken waar ze heenvliegt. Dan meten we ook de tijd die tussen de bezoekjes zit. Zo kun je een berekening maken waar ongeveer het nest zit”, zegt Spronk.
Goede vangst
Vorig jaar heeft die manier van opsporen succes gehad. Hoewel alle berekeningen van Spronk toen juist waren, kon hij het nest in eerste instantie niet vinden. “Zo’n nest hangt vaak op dertig meter hoogte tussen een dik bladerdek. Het is even goed zoeken”, zegt Spronk. Nadat hij een oproep deed aan de inwoners van Silvolde op Facebook krijg hij binnen een dag al bericht van iemand die het nest gespot heeft. “Toen hebben we het nest laten verwijderen door een professionele organisatie.” Als een nest niet verwijderd wordt, kunnen er tot wel tien nieuwe nesten ontstaan het jaar erop, dit willen de imkers voor zijn.
Gevaarlijk?
Hoewel een hoornaar in principe niet gevaarlijker is dan een normale wesp, moeten inwoners niet zelf in de buurt komen van zo'n nest. “Een hoornaar steekt net als een normale wesp niet uit zichzelf. Echter, als je binnen vijf meter van een nest komt, vallen de hoornaars je massaal aan. Ze steken en spuiten gif in je ogen waar je blind van kunt worden. Dat is echt wel gevaarlijk”, zegt Spronk. “Er zijn in Frankrijk bijvoorbeeld boeren dood gevonden op hun trekker nadat ze per ongeluk te dicht bij een hoornaarnest kwamen.” Echt bang hoef je volgens Spronk niet te zijn: “In Nederland zitten er nog niet zoveel, maar gepaste angst blijft wel raadzaam.”