“We slaan wegen in die we nooit hadden verwacht in te slaan”, zegt Willemsen over het uitvliegen van Achterhoekers uit hun geboortestreek. Samen met Staring bracht hij vijfhonderd jaar aan migratie in en uit de Achterhoek in beeld. “Het is gewoon een heel bijzonder onderzoek, het geeft mij een hele andere blik op vluchtelingen”, geeft Willemsen aan. Zo ontdekte hij dat er tijdens de zeventiende eeuw veel instroom was vanuit Duitsland: “Tijdens de Dertigjarige Oorlog kregen we veel vluchtelingen uit Duitsland. Ze zijn hier opgenomen in de maatschappij, ook omdat er arbeidskrachten nodig waren.”
De eerste grote meetbare migratiegolf in de Achterhoek vond volgens de onderzoekers van het Erfgoedcentrum echter al plaats tijdens de Tachtigjarige Oorlog tussen Nederland en Spanje, in de zestiende eeuw. Deze regio werd toen bijna opgeofferd voor het oorlogsgeweld. “Heel veel van die strijd werd in de Achterhoek uitgevochten”, legt Staring uit. “Op een gegeven moment werd gezegd dat de regio leeg moest zijn. Als er voor ons niks te halen valt, valt er voor de vijand ook niks te halen. Op een bepaald moment woonden in Varsseveld nog maar twee mensen, die zijn allemaal weggevlucht.”
Boerenzonen naar de VOC
Ook de Verenigde Oost-Indische Compagnie speelt een belangrijke rol in de migratieachtergrond van Achterhoekers. Zo blijkt uit archieven dat bijvoorbeeld Gendringenaar Damiaan Hugo Staring een belangrijke rol had in de VOC. Hij vertrok naar Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika, maar streekgenoten vlogen uit over de hele wereld. “De VOC heeft altijd aantrekkingskracht gehad”, verklaart Willemsen. “Boerenzoons die hier niet voldoende geld verdienden, boden zich aan als matroos. Ik had nooit gedacht dat uit mijn eigen geboorteplaats Terborg er ook VOC-aandeelhouders zaten. En plantagebezitters.”
Aardappelziektes en cholora-epidemie
In de negentiende eeuw trekken duizenden Achterhoekers per jaar naar Amerika, nadat er in de eigen regio aardappelziektes en een cholera-epidemie uitbreken. “Dat gaat echt om enorme aantallen”, geeft Staring aan. De bootramp met de Phoenix op Lake Michigan in 1847, waar met name veel Winterswijkers op zaten, betekent een kentering. “Die berichten druppelden hier binnen”, vertelt Willemsen. “De jaren daarop zie je dat Achterhoekers bedanken, daar wachten ze even mee.”
Aangevallen door indianen
Ook als het vestigen in Amerika wel lukt, blijven Achterhoekers bijzondere zaken meemaken. Dat was voor Willemsen een van de meest bijzondere ontdekkingen uit het onderzoek: “In de New Yorkse archieven hebben we gebeurtenissen gevonden van Achterhoekers die zich op Staten Eiland (nu Staten Island, red.) vestigden. Zij werden overvallen door indianen. New York heeft die Nederlandse archieven gedigitaliseerd en die zijn gewoon te lezen op internet.”