Stapelkamp stoort zich aan de houding van Den Haag. Er is van tevoren geen enkel overleg geweest, en er is ook nog veel onduidelijk over de uitvoering ervan. Europese samenwerking is gebaseerd op vertrouwen, afspraken en samenwerking, en dit zijn in de grensregio en -gemeenten van grote waarde voor de lokale en regionale economie, voor toerisme, voor wonen en werken net over de grens en voor het grensverkeer. “In onze buurgemeente Bocholt wonen 800 Nederlanders, vrienden die zich regelmatig over de grens heen bewegen. Ze doen hier in Aalten en Dinxperlo hun boodschappen, dus als je hier wil controleren geeft dat allerlei hinder.”
“Het grote probleem is dat we nog niets gehoord hebben van Den Haag,” zegt Stapelkamp, en hij vindt hoe ze de grenscontroles willen gaan uitvoeren weinig doordacht. Als burgemeester van een grensgemeente heeft hij als lokale openbare ordehandhaver niets te zeggen over de marechaussee en de controles bij de grens. Hij heeft ernstige bedenkingen bij de uitvoerbaarheid. Minister Faber wil nu de marechaussee deze taak erbij krijgt niet gaan uitbreiden. Bovendien meldt Stapelkamp: “Er staan 1.600 vacatures open. Hoe willen ze dit gaan doen?”
Ook zetten de grenscontroles de veiligheid in de grensstreek onder druk. De Aaltense burgemeester zegt daarover: “Mochten de grenscontroles een succes zijn, dan is er politie nodig voor de aanhoudingen. En bij weinig effect vraag ik me af waarom deze poeha uit Den Haag. In de grensstreek wordt de zet vanuit Den Haag gezien als een poging om een verkiezingsbelofte na te komen, maar voor de grensstreek levert het alleen maar nadelige gevolgen op.”