“De Markt is het economisch kloppend hart van Winterswijk”, zegt wethouder Elvira Schepers. “We willen dat graag voor de toekomst behouden en dus moet de Markt worden aangepakt.” Zo moet er tijdens marktdagen meer ruimte komen voor de horeca. Nu moeten terrassen twee keer in de week worden op- en afgebouwd om plaats te maken voor de marktkramen. “Daardoor gaan onze spullen sneller kapot”, zegt Carlijn Kiekebosch van restaurant De Zwaan en bestuurslid van de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Winterswijk. “We moeten eens in de vier jaar een nieuw terras aanschaffen. Als het we het kunnen laten staan, kunnen we ook wat duurdere spullen kopen.”
Daarnaast mist het restaurant op marktdagen veel inkomsten omdat het terras pas laat in de middag kan worden opgebouwd. “Daardoor missen we de mensen die ’s avonds bij ons wat willen eten”, aldus Kiekebosch. “Als we een blijvend terras hebben kunnen we ook meer omzet draaien.”Wethouder Schepers ziet dat de belangen van de horeca en de marktkooplui nu wel eens botsen. “We moeten daarin keuzes maken, maar we zien ook dat de markt en de horeca elkaar versterken”, aldus Schepers. “In de verdere uitwerking gaan we kijken hoe de verschillende gebruikers van de Markt er met elkaar kunnen verblijven.”
Geen parkeerplekken en meer groen
Hoe het er straks precies uit gaat zien op de Markt is nog niet duidelijk, maar wat vast staat is dat auto ’s in de toekomst rond de Markt worden geweerd, parkeerplekken verdwijnen, meer bomen worden aangeplant om het plein hittebestendiger te maken en de verbinding tussen de winkelstraten wordt verbeterd. “Je ziet dat de bezoekers van ons centrum er steeds langer willen verblijven, dus moeten we ook wat doen aan de beleving”, zegt Schepers. “We willen het zo sfeervol mogelijk maken.” Kiekebosch hoopt dat de gemeente dat voor elkaar gaat krijgen. “Zonder markt vinden mensen het centrum niet leuk, maar ook niet zonder winkels en horeca. Ik hoop dat het allemaal bij elkaar gaat komen, zodat iedereen blij en tevreden is”, aldus Kiekebosch.
Start in 2024
De gemeente verwacht dat de schop in 2024 de grond in kan. “Dit doen we in overleg met onze ondernemers”, zegt Schepers. “We willen de overlast die er zal zijn tot een minimum beperken.”