In de vitrine van het Noord-Brabantse museum liggen persoonlijke bezittingen van de Wachtmeester 1e klasse der Rijkspolitie uitgestald. Heemkundekring Nieuw-Vossemeer startte vorig jaar
een zoektocht naar de zoon van Toon van den Brink, om zo een persoon aan de geschiedenis te verbinden. Dat is gelukt, zoon Coen van den Brink besloot de spullen aan het museum te geven. "Het meest dierbaar waren voor hem een bedankbrief en een herdenkingstegeltje", vertelt Coen tegen Omroep Brabant. "Vooral dat tegeltje vond hij belangrijk. Dat hing, zelf nadat het meerdere keren stuk gevallen was, altijd in de woonkamer." De gebeurtenissen rondom de watersnoodramp moeten een onuitwisbare indruk hebben gemaakt op de politieman, die er tot aan zijn dood in 2007 weinig over kwijt wilde.
Van den Brink wordt op 3 februari 1953 opgeroepen om zich te melden op het districtsbureau van de Rijkspolitie in Doetinchem. De 36-jarige wachtmeester moet zo snel mogelijk naar het rampgebied. Op 4 februari arriveert Toon met vijf collega's in Nieuw-Vossemeer. In de vroege ochtend van 1 februari zijn ook hier de dijken doorgebroken, met alle verwoestende gevolgen van dien. "Ze hebben daar verschrikkelijke dingen gezien. Een verdronken kindje of baby'tje dat uit het prikkeldraad moest worden gehaald", vertelt Coen. "Mijn vader noemde het een zwarte periode uit zijn leven."
Onderbelicht aspect
In de getroffen dorpen worden de Wachtmeesters van de Rijkspolitie verantwoordelijk gesteld voor het bergen en identificeren va de slachtoffers. Het is een loodzware taak die mentaal een zware wissel trekt op de hulpverleners. "Het is een onderbelicht aspect van de watersnoodramp. Ik ben blij dat we er nu aandacht aan besteden", vertelt Jan Bosters van Heemkundekring Nieuw-Vossemeer.
'Greep hem echt aan'
In de West-Brabantse plaats komen vijftig mensen om het leven. Toon van den Brink verbleef er tot halverwege maart 1953. "Over het verdriet en de ellende van de mensen sprak mijn vader nooit. Maar hij kon zich jaren later nog wel boos maken over een lijkenpikker die hij had aangetroffen met meerdere sieraden en horloges op zak", vertelt Coen. "Dat waren spullen die hij had gestolen van slachtoffers en uit de huizen. Dat je zoiets doet bij mensen die alles zijn kwijtgeraakt, dat greep hem echt aan."
Paria's
"Het is bekend dat er plunderingen plaatsvonden. Het gebeurt helaas bij elke ramp dat mensen er misbruik van maken", zegt Frans van Bergen, oud-politieman en mede-initiatiefnemer van de expositie. "We kunnen het wel willen ontkennen, maar het is belangrijk om het onder ogen te zien. Soms zijn mensen gewoon paria's."
'Ik besta dankzij de watersnoodramp'
"Ik ben trots op wat mijn vader hier betekent heeft voor de mensen", aldus Coen. Als jongste kind uit het gezin Van den Brink heeft hij ook een persoonlijke betrokkenheid op de ramp. "Ik besta dankzij de watersnoodramp. Mijn vader is op 3 februari betrokken en ik ben op 2 november 1953 geboren. Verder zeg ik niks."
Foto: Heemkundekring Nieuw-Vossemeer