“Het is ons doel om in 2034 de muskusrat tot aan de landsgrens terug te dringen. Daarom ligt bij ons de nadruk nu op om met onze vangmiddelen de muskusratten vooral aan de grens tegen te houden”, zegt bestrijder Jos Modern van het Waterschap Rivierenland, doelend op hun werkwijze. “Het grootste risico is dat een muskusratpopulatie gaat graven in oevers en dijken. Grote delen van het land gaan dan een risicogebied vormen.”
In Nederland zijn er in 2024 vijftienduizend meer muskusratten gevangen dan het jaar daarvoor, dat waren er ongeveer vijftigduizend. Het is onduidelijk hoeveel er precies in de Achterhoek zijn gevangen, wel is duidelijk dat het aantal jaarlijks stabiel blijft. Of dit komt doordat er meer ratten zijn, of dat er simpelweg meer kooien worden gezet is niet duidelijk. “In dit geval denk ik dat het een beetje is van allebei omdat wij ook aan de grens maar ook over de grens vangen en dat gebied is uitgebreid”, aldus Modern. “Wij hebben aan de andere kant van de grens meer vangsten. Dat maakt natuurlijk onder aan de streep dat de aantallen toe zullen nemen.”
Kooien
De muskusrattenbestrijders plaatsen de kooien op plekken waarvan zij denken dat er een muskusratpopulatie kan zitten. Eenmaal geplaatst is het afwachten tot er wat gebeurt. “De kooien zijn gezenderd, dus wij krijgen een melding als hij dicht zit. We vangen wel eens een waterhoentje, maar in dat geval laten we ze weer los”, zegt Modern.
Voortplanten
Behalve het feit dat de muskusratten veel tunnels graven, is de snelheid waarmee zij zich voortplanten ook een groot gevaar. “Bij de muskusrat is het zo dat in het voorjaar mannetje en vrouwtje bij elkaar komen. Die gaan een nest beginnen en die krijgen een worp jongen, met zo’n vijf tot acht jongen. Dat gaat drie tot vier keer per jaar door”, aldus de bestrijder. “In het najaar kan de eerste worp jongen zelf alweer nieuwe jongen krijgen. Je kunt zo een beetje uitrekenen wat je op jaarbasis aan ratten in je gebied kunt verwachten.”