“Ik heb het ook gezien, mensen die feest vierden. Maar niet alle Syriërs deden dat. Van mij mogen ze best blij zijn, maar ik zou afwachten. Het is veel te vroeg om te juichen. We moeten eerst zien wie er nu echt de macht heeft.” Hussein is vooral bezorgd omdat hij Koerd is. De Koerden vormen de grootste etnische minderheid in Syrië en zijn historisch gezien vaak onderdrukt door de machthebbers in Damascus. De kapper twijfelt of de nieuwe leiders wel écht anders zullen zijn dan hun voorganger.
Zijn zorgen worden versterkt door de achtergrond van de nieuwe machthebber. “Die man heeft samengewerkt met al-Qaeda en met ISIS. Nu wordt hij gewoon leider van Syrië, dat is toch raar? Zulke mensen accepteren niemand. Geen Christenen en zeker niet de Koerden. Zij werken gewoon met Turkije, en iedereen weet dat Turkije en de Koerden een moeilijke relatie hebben”, zegt hij.
Niet terug
Hussein peinst er dan ook niet over om terug te keren naar Syrië. Zelfs niet nu de Nederlandse overheid 900 euro biedt aan Syriërs die terug willen naar Damascus: “Ik heb hier mijn leven opgebouwd. Ik heb een kindje gekregen, ik woon hier al zeven jaar en heb sinds een jaartje mijn eigen kapperszaak in Ulft. Ik ga sowieso niet terug.”
Volgens hem is Syrië nog altijd niet veilig, niet alleen voor Koerden, maar ook voor veel andere bevolkingsgroepen. “Ook de mensen die nu feest vieren op straat, die gaan uiteindelijk niet terug. Ze weten diep van binnen dat het niet veilig is.”
‘Toekomst van Syrië moet inclusiever’
Toch heeft de kapper wel een wens voor de toekomst van zijn geboorteland. Hij hoopt dat Syrië ooit een plek wordt waar verschillende groepen samen kunnen leven en besturen: “Als je kijkt naar het nieuwe regime, dan zie je dat er geen Koerden bij zitten. Geen Christenen, geen Alawieten. Het zijn alleen maar moslims. Ik ben zelf ook moslim, maar toch… ze werken niet samen met andere mensen.”
Volgens hem moet dat veranderen. “Ik hoop dat de nieuwe machthebbers leren samenwerken. Dat ze christenen, Koerden en andere minderheden accepteren. Pas dan is er echt hoop voor Syrië”, zegt hij tot besluit.