“We zien inderdaad steeds meer Duitsers”, aldus Bert van Asselt, directeur van GUV Uitvaartzorg, het bedrijf achter de crematoria in Aalten en Etten. De locaties van GUV liggen allebei op minder dan tien kilometer afstand van de landsgrens. Dat merkt directeur in het aantal Duitsers dat zich meldt voor een crematie in Nederland. “Het begon met een tiental in 2010”, legt Van Asselt uit. “In 2023 waren het er al rond de honderd.” Niet alleen Duitsers komen naar Etten en Aalten voor een afscheid, ook Nederlanders die over de grens wonen zijn regelmatig klant bij GUV.
Maar waarom kan dat niet in Duitsland? Dit begint al bij de opbaartermijn. 'Duitsland is dit tot maximaal 36 uur na het overlijden, terwijl in Nederland een lichaam tot zes dagen thuis mag worden opgebaard'Daarnaast is er bij crematoria in Duitsland vaak geen plechtigheid mogelijk. Dit gebeurt dan pas ná de crematie, met een urn voor in de kerk. De Duitsers die voor een Nederlandse crematorium met volledige dienst kiezen, vinden de Duitse wijze volgens Van Asselt vaak ‘kil en afstandelijk’.
Weinig vrijheid
Ook na de crematie en de dienst hebben Nederlanders meer mogelijkheden met de as. ''De urn moet in Duitsland zes weken na de crematie begraven worden op het kerkhof''. In Nederland hebben nabestaanden meer keuzevrijheid. ''De urn mag zowel worden bijgezet als worden begraven. Ook mogen mensen het stoffelijk overschot thuis bewaren, uitstrooien, of zelfs in een sieraad stoppen''. Deze vrijheid is reden waarom Duitsers kiezer voor de Achterhoekse crematoria, schetst Van Asselt.
Harde grens
Het is echter alleen de bedoeling dat de crematie en plechtigheid in Nederland plaatsvindt. Als de urn de Duitse grens overgaat, geldt de Duitse wetgeving en niet meer de Nederlandse. “De urn moet dan begraven of bijgezet worden’. Aldus Elke Herrnberger van de Duitse vereniging voor uitvaartondernemers. "In Duitsland is het, alleen met uitzondering van de deelstaat Bremen, niet mogelijk om de urn mee naar huis te nemen."
Geen taalbarrière
Voor GUV is het zelfs reden geweest om een Duitse medewerker in dienst te nemen. Van een taalbarrière is in het grensgebied volgens Van Asselt sowieso nauwelijks sprake. “De oudere generatie spreekt vaak nog het ‘Bocholts platt’, wat bijna gelijk is aan het Achterhoeks. We kunnen hierdoor de Duitse uitvaartverzorgers en families goed te woord staan. Dat geeft vertrouwen.”
Weinig verandering
Van Asselt heeft de Duitse wetgeving de afgelopen dertig jaar weinig zien veranderen. "Hij verwacht dan ook geen afname in het aantal Duitse klanten". Wel ziet hij uitzonderingen. "Zo is er in de Duitse grensplaats Vreden, nabij Winterswijk, een uitstrooiveld gecreëerd". ‘In de Duitsland is het uitstrooien van de as alleen mogelijk als dit de statuten van de begraafplaats toestaan’, schetst Elke Herrnberger. ‘’Wel zijn er maar weinig deelstaten die dit mogelijk hebben gemaakt’, benadrukt Herrnberger.