“Dat is toch geweldig, zo blijft onze collectie zichtbaar”, zegt de opgetogen directeur Heidi van Limburg Stirum van het ’s-Heerenbergse museum. Op dit moment is er al een werk te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam. Het gaat om de ‘Engel’ van Duccio di Buoninsegna uit het jaar 1310, dit is een paneel van het grotere altaarstuk La Maestà. “Ze hebben speciaal plaatsgemaakt voor onze Duccio in de vaste opstelling”, legt Van Limburg Stirum uit. “Je ziet het stuk nu staan in de context van hun eigen Middeleeuwse stukken, en dat is erg mooi.”
Met name het zichtbaar zijn is volgens de directeur belangrijk, en precies dat gebeurt met het in bruikleen geven van stukken. “Het grootste gedeelte ligt in een opslag, en dat is ontzettend jammer”, zegt Van Limburg Stirum. “Daarom hebben we veel overeenkomsten gesloten om delen van de collectie te kunnen tonen.” Ook Nederlandse musea als Het Stedelijk Museum Zutphen, Het Noordbrabants Museum, Paleis Het Loo, Weeshuis Museum en het Catharijneconvent hadden, hebben of krijgen stukken uit het Berghse kasteel.
‘De gek’
Later dit jaar gaat een werk vanuit ’s-Heerenberg naar Parijs, waar het van oktober tot februari 2025 een plek krijgt in een tentoonstelling in het Louvre. Het gaat om ‘De Bruiloft te Kana’, een werk van een navolger van Jheronimus Bosch dat in de zestiende eeuw is gemaakt. Het wordt onderdeel van een tentoonstelling van driehonderd werken waarin ‘de gek’ in de kunst centraal staat.
‘Geïnspireerd raken’
Bij de werken die in bruikleen zijn gegeven, wordt duidelijk vermeld dat ze normaal in Kasteel Huis Bergh staan. Van Limburg Stirum hoopt de nieuwsgierigheid van kunstliefhebbers te prikkelen. “We hopen dat mensen de werken mooi vinden, en dat ze vervolgens benieuwd zijn wat er
in 2025 in Kasteel Huis Bergh te zien is.”