“Waar men geen vergif meer mag en kan inzetten, komt het geweer tevoorschijn”, zegt Van der Sluijs. Het afschieten van de dieren is volgens hem nodig vanwege de overlast en de schade die wordt veroorzaakt. “De rat is in principe een heel mooi diertje, alleen hij verspreidt heel veel ziektes”, geeft de Achterhoekse rattenjager aan. “Hij maakt veel schade en verspreidt veel ontlasting, wat dus ook weer in het diervoer terecht komt. Ze maken dingen kapot, noem het allemaal maar op. Het is geen liefhebbend diertje, mensen willen hem niet graag hebben.”
Sinds eind juni, toen het verboden werd om gif te kopen, bellen steeds meer klanten Van der Sluijs op om van ratten af te komen. Het midden in de nacht opstaan om dieren af te schieten is een bijzondere baan, weet de rattenjager: “Sinds mijn jeugd ben ik al gefascineerd door het schieten met luchtbuksen, niet op ratten, maar op doeltjes. In 2015 ben ik verhuisd naar de Achterhoek en hadden we een composthoop en kippen. Met beestjes krijg je beestjes, dus ook ratten. Toen ben ik er op gaan schieten, maar ik bedacht me dat het eigenlijk niet mocht.”
Duizend ratten afgeschoten
Hij besloot de juiste papieren te halen, waarna hij zichzelf in 2020 in de markt zette. Sinds die tijd heeft Van der Sluijs naar eigen zeggen ongeveer duizend ratten afgeschoten. De Achterhoekse rattenjager krijgt ook kritiek op zijn werk, maar hij ziet het zelf als een diervriendelijke manier om van de rat af te komen. “Van vergif zijn ze drie dagen ziek, en bij een klem lukt het ook niet altijd om een rat in één keer dood te krijgen. Dit is poef, en hij is weg.”
Exit voor rattengif
Tot het einde van het jaar mag het eerder gekochte rattengif nog worden gebruikt door particulieren. Daarna denkt Van der Sluijs alleen maar meer klanten te krijgen. “Ik wil niet zeggen dat het gunstiger wordt voor mij, maar ja”, aldus de rattenvanger, die aangeeft dat rattenpopulaties aan het groeien zijn sinds het instellen van het verbod. “Jagen is ook beheren, en dit is een schadedier beheren zodat de populatie niet te groot wordt en de schade en ziekteverspreiding zo klein mogelijk blijven.”
Foto: REGIO8