“Het is niet een slaapkamerspotje dat je even aanzet, er zit behoorlijk veel techniek achter”, zegt Feico van Soest, een van de technici die betrokken is bij de jaarlijkse lichtpiramide. “Het wordt allemaal op afstand bediend, dus we moeten testen of we het allemaal weer operationeel krijgen.” Het is de zevende keer dat initiatiefnemer Hans van den Hurk met vrijwilligers het Oosterlicht laat stralen om verbinding uit te beelden rond de feestdagen, én het wordt zeker niet de laatste: “We gaan zeker tot 2030 door. Gelijktijdig hebben we besloten om het hele project te verduurzamen.”
Het verduurzamen van alle schijnwerpers gaat geleidelijk. Inmiddels zijn er al een aantal lampen die een tiende van de energie gebruiken van de oorspronkelijke lichtbakken. Voor de minder zuinige lampen bedragen de kosten van twee weken schijnen in de avonduren ongeveer honderd euro. Dit jaar maken 25 schijnwerpers samen het Oosterlicht. “Het moet ook allemaal technisch uitvoerbaar blijven”, zegt Van Soest op de vraag hoeveel lampen er nog bij kunnen komen. “Soms denken we ook weleeens: ‘hou het klein’, maar dan wordt het toch weer groter. En eigenlijk, het wordt ook steeds leuker.”
‘Noemen het maar de verkenner’
In Suderwick stond al een lamp, maar het Oosterlicht zoekt deze editie nog nadrukkelijker de verbinding met Duitsland met een schijnwerper die wordt verplaatst. “We noemen het maar de verkenner”, zegt Van den Hurk. “Die zal rond het grensgebied Duitsland in gaan kijken en zichtbaar zijn op verschillende locaties.” Overigens kunnen mensen die graag een lamp willen, zich melden bij Van den Hurk: “We gaan niet lobby’en, maar kijken wat er zich aandient.”
Piramide van Cheops
Van den Hurk deed dit jaar nog een ontdekking, want de lampen die het Achterhoekse Oosterlicht vormen, schenen eerder op een van de zeven wereldwonderen, de Grote Piramide van Cheops. “Destijds zijn ze voor een gigantisch bedrag daarvoor aangeschaft”, geeft de intiatiefnemer aan. “Geleidelijk aan zijn ze in de evenementenhandel terecht gekomen. Hoe mooi is het dat wij nu een piramide van licht ermee maken? Dat vind ik ook wel weer heel mooi.”
Kortste dag
Op 21 december, de kortse dag, wordt het Oosterlicht ontstoken, waarna de lampen twee weken later op 6 januari weer uitgaan. “Als ik dan zo richting Doetinchem rij, onder die lampen door, dan vind het heel mooi dat het allemaal weer werkt”, aldus de enthousiaste vrijwilliger Van Soest. “Je merkt het ook om je heen, collega’s hebben het dan ook gezien. Dan denk je: ‘potdomme, we hebben het weer mooi staan’. Maar voordat het zover is, is het wel een heel traject.”
Foto: REGIO8