“Eigenlijk is dit boek over ‘De 23 geallieerde piloten begraven in Lichtenvoorde – De luchtoorlog boven Oost Gelre 1940-1945’ een bijvangst,” zegt de schrijver ervan. Roland Bonsen, van origine antropoloog, spoorde informatie op uit archieven zoals die van AVOG’s Crash Museum en Henny Bennink, schrijver van boeken over Lichtenvoorde in oorlogstijd. Bonsen heeft samenhang gebracht in de informatie en betekenis gegeven aan de vele gebeurtenissen in Lichtenvoorde tijdens deze luchtoorlog.
Zelf is Roland Bonsen bestuurslid van de stichting 4 en 5 mei Lichtenvoorde. Hij werkte nauw samen met Peter Monasso van AVOG’s en Theo Leemreize, secretaris van dezelfde stichting. Bonsen deed eigenlijk onderzoek naar het verzet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte Lichtenvoorde betrokken bij de zogenaamde pilotenlijn. Neergeschoten piloten, onderduikers en krijgsgevangenen werden vanuit het Achterhoekse dorp via opgezette routes naar Limburg gebracht. Vanuit daar vertrokken zij naar hun thuisland, hun krijgsmachtonderdeel of andere onderduikadressen.
Naar schatting ging het om zeventig geallieerde bemanningsleden en in totaal 250 Fransen die krijgsgevangenen waren en dwangarbeiders uit kleinere werkkampen aan de grens. Met behulp van de Lichtenvoordse verzetsgroepen vonden zij hun weg naar vrijheid. Toen in 2022 in de aula van de Johanneskerk een lezing werd gehouden door Theo Vleugels, directeur van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting, vormde zijn oproep ‘geef oorlogsslachtoffers op de oorlogskerkhoven een gezicht’ de trigger voor dit boek.
Bij de boekpresentatie afgelopen vrijdag merkte Jan Geerdinck, oprichter van AVOG’s, treffend op: “En wat gebeurt er als ze je mededelen: ‘Your son is missing’? Dan zijn een vader en een moeder een zenuwinzinking nabij.”
De namen achter de witte grafstenen
“Normaal staan we elk jaar op 4 mei bij de graven op de Algemene Begraafplaats Lichtenvoorde. Je ziet alleen de witte grafstenen met de namen. Het boek is een grote prestatie, omdat het heeft uitgezocht wie de vliegers waren, wat ze hebben doorstaan en wie deze jongens waren en wat ze deden,” zei burgemeester Annette Bronsvoort, die samen met Jan Geerdinck het eerste boek mocht ontvangen.
“Ze waren 19 en 20 jaar, één van 43 jaar. Drie van de vier gecrashte vliegtuigen dichtbij Lichtenvoorde zijn neergeschoten door Duitse nachtjagers. Bij de vierde was een technisch mankement de oorzaak. Het boek vertelt ook de verhalen over de gesneuvelde Duitse piloten en hun bemanning: ‘voor zover bekend, van degenen die boven Oost Gelre actief zijn geweest,’ zegt Bonsen. Duitse soldaten zijn immers vaak ook meegesleurd in een strijd waar ze zelf niet voor hadden gekozen.
Een boek vol feiten, geen interpretaties
“Het boek is een feitelijke weergave. Het is geen historisch verhaal,” vertelt Bonsen. “Naar onze mening hebben we nog niet voldoende informatie over de meer persoonlijke levens van de vliegers. Een grote handicap zijn de strenge privacyregels. Ik heb nog veel vraagtekens. Misschien dat bij het lezen van dit boek bij iemand iets triggert en we nieuwe antwoorden gaan vinden.”
In het boek heeft hij discussiepunten opgenomen. Veel sites en databases overschrijven elkaar. Voor Bonsen en zijn helpers Monasso en Leemreize was het uitpluizen daarvan monnikenwerk. “In de filosofie noemt men dit ‘vervreemding’; verhalen gaan door verkeerde interpretaties een eigen leven leiden.”
Het boek over de geallieerde en Duitse piloten en hun bemanning is tot stand gekomen dankzij subsidies van de gemeente Oost Gelre en de provincie Gelderland voor de herdenking van 80 jaar vrijheid, op initiatief van de Stichting 4 en 5 mei Lichtenvoorde.