“We kwamen bestuurlijk best wel uit een ingewikkelde tijd met hier en daar wel een bestuurscultuur die ook bekend stond als wat ruiger”, aldus Van Dijk, inmiddels voormalig burgemeester. “Ik ben er wel trots op als je nu acht jaar later ziet hoe de politiek hier met elkaar omgaat. Het is nooit coalitie versus oppositie en het is niet meer op de man spelen. Het is echt dat we samen mooie dingen willen doen voor Oude IJsselstreek.” Een tijdelijke waarnemer wordt 6 maart bekendgemaakt. Hoewel Van Dijk er niks over te zeggen heeft, hoopt hij dat zijn opvolger, die ook zijn burgemeester wordt, voldoet aan twee punten.
“Aan de ene kant niet te majesteitelijk. Dus niet een hele arrogante meneer of mevrouw die vanuit het stadhuis de boel wil besturen”, aldus Van Dijk, die er zelf voor koos om tussen zijn inwoners te staan en vaker met ‘Otwin’ werd aangesproken dan 'Meneer van Dijk, of meneer de Burgemeester'. “Het tweede wat denk ik belangrijk is", vervolgt Van Dijk. "Is toch om af en toe ook wel een beetje sturing geven. De burgemeester is er natuurlijk voor om burgervader te zijn, maar af en toe ook om een beetje te leiden."
Burgemeester van het Slingeland
Van Dijk noemt zijn nieuwe functie als bestuurder van het Slingeland al gekscherend 'burgemeester van het ziekenhuis'. Met welke baan denkt hij eigenlijk meer impact te kunnen maken? “Ik denk allebei op zijn eigen manier. Zo’n ziekenhuis is een superbelangrijke speler in de regio, iedereen kent het", aldus de kersverse zorgbestuurder. “Je kunt vanuit het ziekenhuis bijdragen aan goede zorg voor iedereen. Ik vind het heel mooi om daar vanuit mijn nieuwe rol een bijdrage aan te leveren, maar ook als burgemeester heb ik mij tegen de zorg aan bemoeit."
Minister?
Als voormalig raadslid, wethouder en Tweede Kamerlid, stapt Van Dijk nu als burgemeester uit de politiek. Toch laat hij de deur wel op een kier voor een terugkeer. "Ik ben ook pas 48 en gemiddeld doe ik een baan tussen de vijf en acht jaar, en als ik nou eens vijf tot acht jaar verder kijk dan ben ik nog relatief jong", aldus de PvdA'er. "Mijn stelling is eigenlijk altijd: ‘ik zie wel wat ik word als ik later groot ben’. Ik heb heel veel zin om in het ziekenhuis aan de slag te gaan.”